Het was een gewone dinsdagavond toen mijn zestienjarige dochter, Eva, plotseling begon over een borstverkleining. Terwijl ik de aardappelen afgiet, gooit ze het er zo nonchalant uit alsof ze vraagt wat we morgen eten. “Mam, ik wil een borstverkleining laten doen.” Ik weet niet of het de stoom van de pan was of de woorden die binnenkwamen, maar ik voelde mijn hart even stilvallen.
Eva is mijn wereld. Als moeder wil ik haar het liefst beschermen tegen alles, inclusief haar eigen twijfels en onzekerheden. Ik weet dat ze al langer worstelt met haar lichaam. Ze heeft een flinke boezem voor haar leeftijd, en dat brengt ongemakken met zich mee. Maar toch, een borstverkleining op haar zestiende? Het voelde alsof we een grens naderden waar ik nog niet klaar voor was.
Ze begon uit te leggen waarom ze deze ingreep wilde. “Mam, het is niet alleen de pijn in mijn rug,” zei ze. “Op school maken jongens opmerkingen, en sommige meisjes kijken me gewoon raar aan.” Mijn hart brak bij het horen van haar woorden. Natuurlijk wil ik dat ze zich goed voelt over zichzelf, maar een operatie? Dat voelt zo permanent, zo definitief, vooral op deze leeftijd.
Ik probeerde kalm te blijven en haar gevoelens serieus te nemen. “Eva, ik begrijp dat het zwaar voor je is,” begon ik voorzichtig. “Maar een operatie is niet niks. Het brengt risico’s met zich mee, en ik weet niet of het nu al nodig is.” Ze rolde met haar ogen, zoals alleen tieners dat kunnen. “Mam, jij begrijpt het niet. Het voelt alsof mijn lichaam niet van mij is.”
Het deed me denken aan mijn eigen onzekerheden als tiener. Hoeveel dagen en nachten ik heb geworsteld met hoe ik eruitzag en hoe anderen mij zagen. Maar toch, dit voelde anders. Dit ging niet om een nieuwe spijkerbroek of een ander kapsel. Dit ging over het veranderen van haar lichaam, iets wat je niet zomaar terugdraait.
Eva bleef aandringen. Ze had zich ingelezen, zei ze, en zelfs al een lijst gemaakt van chirurgen die gespecialiseerd zijn in borstverkleiningen. Het was duidelijk dat ze dit niet zomaar zei. Ze had hier echt over nagedacht. Maar toch, als haar moeder voelde ik zoveel twijfel. Hoe kon ik haar laten beslissen over iets wat haar hele leven zou beïnvloeden, terwijl ze nog maar zestien is?
Ik besloot advies te vragen aan een goede vriendin, die toevallig fysiotherapeut is. Ze vertelde me dat Eva’s klachten niet ongewoon zijn bij jonge vrouwen met een grotere boezem. “Maar,” voegde ze toe, “het is belangrijk om eerst andere opties te proberen. Denk aan fysiotherapie, aangepaste bh’s of zelfs oefeningen die de rug kunnen ontlasten.” Het klonk logisch, en ik stelde Eva voor om dat eerst te proberen.
Toen ik haar dit vertelde, was ze woedend. “Mam, waarom neem je me niet serieus?” riep ze. “Ik weet wat ik wil, en ik wil dit niet nog jaren voelen!” Het deed pijn om haar zo te zien, maar ik kon het niet helpen. Ik bleef bij mijn standpunt: een operatie was niet iets waar we lichtzinnig over moesten denken.
Ik begon mezelf af te vragen of ik haar wel echt begreep. Misschien projecteerde ik mijn eigen angsten op haar. Was ik bang dat ze spijt zou krijgen? Of was ik bang dat anderen me zouden veroordelen als moeder die haar kind op zo’n jonge leeftijd een operatie liet ondergaan? Het werd me steeds duidelijker dat ik niet alleen met Eva’s gevoelens worstelde, maar ook met mijn eigen twijfels en onzekerheden.
Toch bleef er een deel van mij dat voelde dat ze te jong was voor zo’n grote beslissing. Ze heeft nog zoveel jaren voor zich. Wat als haar klachten minder worden naarmate ze ouder wordt? Wat als ze spijt krijgt? Maar Eva bleef volhardend. “Dit is mijn lichaam, mam. Jij hebt geen idee hoe het voelt.”
Uiteindelijk besloot ik dat we samen een afspraak zouden maken met een specialist, gewoon om informatie te krijgen. Ik hoopte dat een medisch professional haar zou kunnen uitleggen wat de ingreep precies inhoudt, inclusief de risico’s en mogelijke gevolgen. Misschien zou dat ons allebei meer duidelijkheid geven.
Na het gesprek met de arts voelde ik me iets rustiger. De specialist nam de tijd om Eva’s klachten serieus te nemen en legde uit dat er inderdaad opties zijn, maar dat een operatie pas echt wordt overwogen na een uitgebreid proces. Ze adviseerde ons om eerst andere oplossingen te proberen, zoals ik eerder had voorgesteld. Tot mijn opluchting stemde Eva in om het een kans te geven.
Hoewel ik me nog steeds zorgen maak, ben ik blij dat we samen een stap hebben gezet naar een oplossing. Dit is een proces, en ik wil er voor haar zijn, ongeacht de uitkomst. Ze is mijn dochter, en ik wil dat ze zich goed voelt over zichzelf, maar ook dat ze begrijpt dat sommige beslissingen tijd nodig hebben.