De druk op de digitale infrastructuur van de Nederlandse overheid neemt toe. Terwijl de verkiezingen naderen, blijft het opvallend stil over digitalisering, ondanks dat experts al jaren waarschuwen dat de overheid haar grip op ICT aan het verliezen is. Met verouderde systemen, toenemende afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven en een gebrek aan regie lijkt het digitale fundament van Nederland te wankelen.

De problemen met ICT binnen de overheid zijn talrijk. De Belastingdienst besloot onlangs zijn digitale kantooromgeving onder te brengen bij Microsoft, ondanks zorgen over privacy en datatoegang voor buitenlandse partijen. Kort daarvoor kampte het Openbaar Ministerie met een grote storing, waardoor dertienhonderd medewerkers niet konden inloggen en meerdere rechtszaken moesten worden uitgesteld.
Ook het communicatiesysteem C2000 voor hulpdiensten blijft kwetsbaar, gemeenten worstelen met stijgende ICT-kosten en de overheid blijkt slecht voorbereid op langdurige storingen. Deze incidenten lijken losstaand, maar tonen volgens deskundigen één onderliggend probleem: het ontbreken van structurele vernieuwing.
“Pleisters plakken op kapotte systemen”
Volgens Mariette Lokin, bijzonder hoogleraar Wetgeven in de digitale rechtsstaat aan de Open Universiteit, ligt de focus te veel op brandjes blussen. “De aandacht gaat telkens naar het oplossen van incidenten,” zegt ze. “Dat komt neer op pleisters plakken op systemen die niet meer werken. Daardoor wordt de complexiteit alleen maar groter.”
De overheid vernieuwt haar ICT niet structureel, maar voegt lagen toe bovenop oude software. Het gevolg is een doolhof van systemen die elkaar in de weg zitten. “Nederland koopt grote systemen in die dertig jaar meegaan,” zegt Onno Eric Blom, directeur van stichting Herprogrammeer de overheid. “Daarna vallen ze uit elkaar en kunnen we geen regelgeving meer aanpassen.”

De waanzin van grote IT-projecten
Blom noemt de aanpak van de overheid “een dure vergissing”. Hij hekelt het idee dat ICT een eenmalige investering is. “We moeten stoppen met de waanzin dat we systemen van honderden miljoenen inkopen en denken dat we dan klaar zijn.”
Volgens hem moeten overheidsinstanties hun ICT behandelen als een levend product dat voortdurend onderhoud en verbetering nodig heeft — net zoals apps en websites in de commerciële wereld. “Zonder voortdurende innovatie veroudert alles. We hebben een digitale dienst nodig die al bij het beleidsproces meedenkt en prototypes bouwt. Zo kun je 80 procent van de problemen voorkomen voordat ze ontstaan.”
Versnippering en gebrek aan regie
Het ICT-landschap binnen de overheid is sterk versnipperd. Gemeenten gebruiken eigen software, ministeries werken met aparte programma’s en er is geen centrale organisatie die de regie voert. Daardoor worden er miljarden uitgegeven aan losse aanbestedingen bij externe bedrijven, die vaak uitlopen in vertraging en kostenoverschrijdingen.
De Nederlandse Digitaliseringsstrategie, die eerder dit jaar werd gepresenteerd, moet daar verandering in brengen. Die strategie belooft meer samenwerking tussen overheidsorganisaties en minder afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven. Toch twijfelen deskundigen aan de uitvoering, vooral nu het kabinet demissionair is. “Door politieke instabiliteit blijven plannen op de plank liggen,” zegt Lokin.
Gebrek aan kennis aan de top
Een ander probleem is het gebrek aan technische kennis bij de overheid zelf. “De overheid beschouwt digitalisering als iets wat anderen maar moeten doen,” zegt IT-expert Bert Hubert, voormalig toezichthouder bij de AIVD en MIVD. “De minister weet er weinig van, en de beleidsstaf ook niet. Vraag een willekeurig persoon op straat om advies, en je krijgt vaak een zinvoller antwoord.”
Blom sluit zich daarbij aan: “Leidinggevenden in Den Haag worden gekozen op managementvaardigheden, niet op technologische kennis. Dat is niet houdbaar in een digitale samenleving.” Volgens hem is het cruciaal dat beleidsmakers begrijpen hoe systemen werken en wat de risico’s zijn van het uitbesteden aan buitenlandse bedrijven.

Afhankelijk van buitenlandse techreuzen
De toenemende afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijven als Microsoft, Amazon en Google baart experts zorgen. “We laten de Amerikanen onze digitale infrastructuur beheren,” zegt Hubert. “Wat als de politieke relaties verslechteren of de kosten oplopen? Hebben we dan nog een plan B?”
De digitalisering van de overheid raakt direct aan nationale veiligheid, economische zelfstandigheid en privacy van burgers. Toch lijkt het onderwerp nauwelijks prioriteit te krijgen in de politiek.
Digitalisering geen thema in de verkiezingen
Ondanks de groeiende impact van technologie blijft digitalisering afwezig in het verkiezingsdebat. Kandidaten met kennis van ICT staan laag op de kieslijsten, en een minister voor Digitale Zaken lijkt verder weg dan ooit.
Het Adviescollege ICT-toetsing dringt al jaren aan op zo’n minister. Een centrale bewindspersoon zou moeten zorgen voor structuur, kennis en toezicht op digitale projecten. Maar zonder politieke wil blijft het bij rapporten en goede bedoelingen.
Tijd voor echte prioriteit
Lokin pleit voor actie. “Er moet expliciete prioriteit en aandacht komen om de ICT van de overheid grootschalig te verbeteren,” zegt ze. “Bij uitvoeringsorganisaties zit veel innovatiekracht, maar die wordt nu niet benut.”
Volgens haar ligt de oplossing niet alleen bij nieuwe systemen, maar vooral bij cultuurverandering: digitalisering moet worden gezien als een kernonderdeel van goed bestuur, niet als een technische bijzaak. Pas dan kan de overheid de regie over haar digitale toekomst terugwinnen.


