Dit weekend had ik mijn ouders (in de zestig) uitgenodigd voor een gezellig etentje bij mij thuis. Alles verliep prima, totdat mijn tienjarige dochter enthousiast vroeg of ze een liedje kon spelen op haar keyboard. Ze volgt lessen en had hard geoefend, dus natuurlijk was ik benieuwd. Het was niet perfect—ze miste een paar noten en pauzeerde hier en daar—maar ze deed het geweldig. Toen ze klaar was, keek ze op met een stralende glimlach, en ik begon te applaudisseren.
Maar tot mijn ontzetting begonnen mijn ouders hard te lachen. Niet zomaar een kleine lach, maar een enorme, bulderende lach. Mijn moeder vroeg spottend of dit de eerste keer was dat ze het speelde, en mijn vader grapte dat zelfs een hond het beter had kunnen doen.
Het was alsof mijn dochter ter plekke kromp van schaamte. Ze keek naar beneden en zei zachtjes: “Nee, ik heb al twee lessen gehad, maar met twee handen spelen is moeilijk.” Dit maakte hun gelach alleen maar harder.
Ik stond op, pakte hun kopjes en zei dat ze moesten vertrekken. Nu. Mijn moeder probeerde nog te protesteren, zei dat ze hun drankjes nog niet op hadden en dat ze een ander liedje wilden horen. Maar ik was duidelijk: “Pak je spullen en verdwijn nu uit mijn huis.”
Lees verder op de volgende pagina!