De woningmarkt in Nederland heeft jongeren in een stevige greep, en velen voelen zich wanhopig. Terwijl de overheid belooft dat er de komende zes jaar 900.000 woningen gebouwd worden, blijft het probleem zich opstapelen. Ondertussen bedenken jongeren inventieve manieren om met de krappe woningmarkt om te gaan, zoals te zien is in de documentaire WOONHOP!G van Raïsha Zeegelaar.
Wonen onder constante onzekerheid
Raïsha Zeegelaar, zelf ook slachtoffer van de huidige wooncrisis, laat in haar documentaire zien hoe creativiteit een uitweg kan bieden. Ze woont al twee jaar anti-kraak en moet altijd rekening houden met het risico dat ze haar huis binnen een maand moet verlaten. “Ik voel stress door de woningnood en onzekerheid over waar ik straks zal wonen,” vertelt ze. Haar verhaal weerspiegelt de ervaring van veel jongeren die tot de ‘woonpechgeneratie’ behoren.
Wonen in een busje: een praktische oplossing
Een van de verhalen in de documentaire is dat van Nienke (24), een content creator die de hoge woonlasten in Den Bosch beu was. Met een huurprijs van ruim €1.400 per maand besloot ze een drastische stap te nemen. Ze ruilde haar appartement in voor een busje, dat ze volledig ombouwde tot een mobiele woning. “Mijn kledingkast is ook mijn douche,” legt ze uit. Met deze oplossing heeft Nienke nu al vijf jaar een dak boven haar hoofd, zonder de torenhoge huurprijzen.
Leven in een verzorgingshuis
Jayden (21) koos een andere creatieve route. Hij combineert zijn studie maatschappelijke zorg met een unieke woonsituatie: hij woont in een verzorgingshuis in Deventer. In ruil voor een kamer werkt hij 30 uur per maand mee in de zorg. “Het is niet ideaal, maar het geeft me een plek om te wonen,” zegt hij. Deze vorm van wederkerigheid biedt jongeren een tijdelijke oplossing, maar laat ook zien hoe ernstig de woningcrisis is.
Van nood een deugd maken
De documentaire belicht ook schrijnende verhalen, zoals dat van Ilse en haar dochtertje Imani (3). Na financiële problemen en het verlies van haar woning belandden ze in een opvanglocatie van het Leger des Heils. “Ik probeer er het beste van te maken, maar het voelt niet als thuis,” vertelt Ilse. Ondanks alles probeert ze een community op te bouwen met andere bewoners.
In Amsterdam zien we een ander initiatief: twintig jongeren proberen samen een pand van €3,2 miljoen te kopen om er een wooncoöperatie van te maken. Het laat zien hoe sommige jongeren niet bij de pakken neerzitten, maar proberen creatieve oplossingen te vinden.
Hoe nu verder?
De oplossing lijkt te liggen in de bouw van nieuwe woningen, maar die plannen worden vaak vertraagd door regelgeving, stikstofproblemen en vergunningstrajecten. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kunnen kleine uitbreidingen aan dorpen en steden slechts een fractie van de benodigde woningen opleveren. Het bouwen van 900.000 woningen in zes jaar tijd blijft een ambitieus doel dat veel onzekerheid met zich meebrengt.
Een oproep tot actie
Met haar documentaire hoopt Raïsha Zeegelaar niet alleen de creativiteit van jongeren te laten zien, maar ook een oproep te doen aan de politiek. “Stop met praten en onderneem actie,” benadrukt ze. De verhalen in WOONHOP!G maken duidelijk dat er iets moet veranderen, zodat jongeren niet langer afhankelijk zijn van tijdelijke oplossingen zoals wonen in een busje of in een verzorgingshuis.
Of het nu gaat om anti-kraak wonen, het ombouwen van een busje tot woning of creatieve samenwerkingen in wooncoöperaties, deze jongeren laten zien dat er met doorzettingsvermogen en creativiteit iets mogelijk is. Maar een structurele oplossing voor de woningcrisis? Die blijft vooralsnog uit.