Toen mijn werkgever aankondigde dat iedereen een verplichte AI-training moest volgen, voelde ik een ongemak dat ik moeilijk kon verklaren. Technologie en ik zijn nooit de beste vrienden geweest, maar dit voelde anders. Het idee dat ik moest leren werken met iets wat ik nauwelijks begrijp, zorgde voor een knoop in mijn maag. Ik vroeg me af: wat als dit het begin is van het einde van mijn carrière?
Mijn werk is altijd mijn trots geweest. Al dertig jaar ben ik loyaal aan hetzelfde bedrijf, en ik weet dat ik goed ben in wat ik doe. Maar de wereld verandert, en met de opkomst van AI en automatisering voel ik me soms alsof ik word ingehaald door iets waar ik geen controle over heb. Deze training voelde als een confrontatie met mijn eigen onzekerheden. Kan ik dit nog wel bijbenen?
Toen de uitnodiging voor de training binnenkwam, dacht ik eerst dat het een vergissing was. Maar nee, iedereen moest eraan geloven. Mijn jongere collega’s reageerden enthousiast. “Dit is onze toekomst, Anne,” zei een van hen met een glimlach. Ik knikte, maar vanbinnen voelde het alsof die toekomst voor mij al gesloten was. Hoe kan ik concurreren met een technologie die sneller, slimmer en efficiënter is dan ik ooit zal zijn?
De eerste trainingsdag begon met een uitleg over wat AI is en hoe het ons werkproces kan verbeteren. Terwijl de trainer uitlegde hoe algoritmes werken, voelde ik me steeds kleiner worden. De voorbeelden vlogen me om de oren: geautomatiseerde klantensystemen, slimme data-analyse, en zelfs tools die rapporten voor ons konden schrijven. Ik vroeg me af: wat blijft er dan nog over voor mensen zoals ik?
Tijdens de pauze hoorde ik mijn collega’s enthousiast praten over de mogelijkheden van AI. Maar ik kon me alleen maar zorgen maken. Wat als mijn vaardigheden straks irrelevant zijn? Wat als mijn ervaring en harde werk niet meer tellen? De gedachte dat een algoritme mijn baan beter zou kunnen doen, maakte me misselijk.
Ik probeerde mijn zorgen te delen met een collega, maar haar reactie stelde me niet gerust. “Je moet dit zien als een kans, Anne,” zei ze. “Het is een manier om relevant te blijven.” Haar woorden voelden als een klap. Ik wil relevant blijven, maar niet door iets wat me het gevoel geeft dat ik overbodig word.
De dagen na de training voelde ik me rusteloos. Mijn man probeerde me gerust te stellen. “Je hebt dit soort veranderingen eerder meegemaakt,” zei hij. “Je bent altijd flexibel geweest.” Maar dit voelde anders. Dit ging niet over een nieuwe software of een ander systeem. Dit voelde als een fundamentele verschuiving in wat werk betekent.
Toch besloot ik mezelf een kans te geven. Ik dook dieper in de materie, keek video’s en las artikelen over AI. Wat me opviel, was dat AI inderdaad veel taken kan overnemen, maar dat het ook nieuwe mogelijkheden schept. Misschien hoeft technologie niet mijn vijand te zijn, dacht ik. Misschien kan ik het zien als een hulpmiddel, niet als een bedreiging.
Langzaam begon mijn houding te veranderen. Ik realiseerde me dat AI niet mijn ervaring en menselijke vaardigheden kan vervangen. Het kan ondersteunen, maar het neemt niet weg wat mij uniek maakt. De training hielp me inzien dat technologie slechts een hulpmiddel is, en dat de menselijke kant van werk – empathie, creativiteit en communicatie – nog steeds van onschatbare waarde is.
Natuurlijk voel ik me nog steeds onzeker over wat de toekomst brengt, maar ik weet nu dat ik niet de enige ben. Veel van mijn collega’s, zelfs de jongere, hebben ook hun twijfels en angsten. Het belangrijkste is dat ik niet opgeef en blijf leren. Deze ervaring heeft me laten zien dat het oké is om bang te zijn, zolang je die angst gebruikt om vooruit te komen.
Hoe ga jij om met veranderingen op je werk? Laat het mij weten in de reacties op Facebook.