De huurprijzen in Nederland stijgen volgend jaar aanzienlijk, en huurders worden geconfronteerd met hogere maandlasten. Vooral in de middenhuur en sociale huur zijn de gevolgen voelbaar, waarbij middenhuurders de hoogste stijging moeten incasseren. Deze ontwikkelingen zorgen voor onrust onder huurdersorganisaties en roepen vragen op over politieke beloften.
Middenhuur stijgt met bijna 8 procent
Voor middenhuurwoningen, zoals kleinere appartementen en betaalbare huurwoningen, gelden sinds juli strengere regels. Verhuurders mogen de huurprijs niet zomaar verhogen, maar een jaarlijkse verhoging is wel toegestaan. Deze verhoging is gekoppeld aan de cao-loonontwikkeling, met een marge van 1 procent voor verhuurders. Door een loonstijging van 6,7 procent dit jaar, mag de middenhuur met maximaal 7,7 procent stijgen. Dit betekent dat huurders met een maandelijkse kale huur van €1.000 volgend jaar €1.077 zullen betalen.
Vrije sector: gematigde stijging
In de vrije sector zijn de regels iets anders. Hier bepaalt de inflatie of cao-loonontwikkeling het maximum, afhankelijk van welk percentage lager is. Dit jaar was dat de inflatie, met een stijging van 4,1 procent. Voor een huurder die €1.300 per maand betaalt, betekent dit een verhoging van €53,30. Hoewel de stijging gematigder is dan in de middenhuur, blijft de druk op huurders groot.
Discussie over sociale huur
De verhogingen in de sociale huursector blijven een gevoelig onderwerp. De Woonbond, die opkomt voor huurdersbelangen, waarschuwt voor een “huurexplosie” en pleit voor stijgingen gekoppeld aan de inflatie, wat een maximale verhoging van 3,1 procent zou betekenen. Het Ministerie van Wonen houdt echter vast aan een maximum van 4,5 procent per woningcorporatie. Individuele woningen mogen zelfs tot 5 procent in huur stijgen. Voor een sociale huurder met een maandelijkse huur van €600 betekent dit een verhoging van €30.
Beloften van de PVV onder vuur
Tijdens de verkiezingen beloofde de PVV een huurdaling van 20 procent, maar tot nu toe is er weinig van deze belofte terechtgekomen. Geert Wilders heeft zelfs tegen moties gestemd die huurverhogingen wilden beperken. Dit heeft geleid tot kritiek vanuit verschillende huurdersorganisaties, die stellen dat huurders in de kou blijven staan.
Onzekerheid voor de toekomst
Naast de stijgende huurprijzen worden woningcorporaties verplicht om meer te investeren in verduurzaming en nieuwbouw. Hoewel dit op de lange termijn voordelen biedt, voelen huurders nu vooral de financiële pijn. Met de aangekondigde verhogingen en politieke onduidelijkheid blijft de vraag wat huurders in 2025 verder kunnen verwachten.