Ik had altijd gedacht dat mijn zoon de toekomst van ons familiebedrijf zou worden. Ons bedrijf, dat mijn vader ooit begon en dat ik met bloed, zweet en tranen verder heb opgebouwd, is niet zomaar een onderneming. Het is een erfenis, een trots. Maar nu mijn zoon heeft aangegeven dat hij geen interesse heeft om het bedrijf over te nemen, voel ik een mengeling van teleurstelling, verdriet en zelfs een beetje boosheid.
Mijn zoon heeft altijd een andere passie gehad, dat wist ik wel. Hij heeft een creatief brein, iets wat hij van zijn moeder heeft geërfd. Terwijl ik hem probeerde mee te nemen in de wereld van financiën en logistiek, droomde hij van een carrière als grafisch ontwerper. Ik heb dat nooit helemaal begrepen, maar ik dacht dat hij uiteindelijk toch zijn verantwoordelijkheid zou zien. Want dat is hoe ik ben opgevoed: je draagt zorg voor wat je familie heeft opgebouwd.
Toen hij me vertelde dat hij het bedrijf niet wilde overnemen, was dat tijdens een etentje. Ik had net een zwaar jaar achter de rug en ik was trots op hoe we als bedrijf door moeilijke tijden waren gekomen. Ik begon voorzichtig over de toekomst, met de hoop dat hij eindelijk zijn interesse zou tonen. Maar zijn woorden waren als een klap in mijn gezicht: “Pap, ik wil het niet. Het is niet mijn droom.”
Ik probeerde mijn teleurstelling te verbergen, maar ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken. Hoe kon hij dit zeggen? Alles wat ik doe, doe ik voor onze familie. Het bedrijf is een levenswerk, iets dat ik met liefde wil doorgeven. Maar voor hem voelde het blijkbaar als een last in plaats van een kans.
In de weken daarna probeerde ik hem te overtuigen. Ik sprak over de mogelijkheden, de zekerheid die het bedrijf hem zou bieden en de trots die hij kon voelen. Maar hij bleef standvastig. Zijn hart ligt bij zijn eigen pad, niet bij het bedrijf. Dat deed me beseffen dat ik misschien meer naar mijn eigen wensen heb gekeken dan naar die van hem.
Mijn vrouw stelde voor om er met iemand buiten de familie over te praten, om meer inzicht te krijgen. Ze zei: “Bas, het bedrijf is jouw droom, niet de zijne. Misschien moet je dat accepteren.” Dat raakte me. Ik wilde dat mijn zoon gelukkig zou zijn, maar hoe moest ik dat verenigen met het idee dat onze familiezaak zou verdwijnen? Want zonder hem heeft het bedrijf geen toekomst. Ik ben niet meer de jongste en ik weet niet of ik dit nog jaren kan blijven doen.
Ik besloot het gesprek met mijn zoon opnieuw aan te gaan, maar deze keer zonder hem te pushen. Ik vroeg hem naar zijn dromen en wat hij echt wilde. Hij vertelde over zijn plannen, over hoe hij hoopt een eigen studio op te richten en klanten te helpen met creatieve projecten. Terwijl ik luisterde, zag ik zijn ogen oplichten, een passie die ik zelf ook voelde toen ik begon met het bedrijf. Dat was een moment van inzicht voor mij.
Mijn zoon heeft me laten inzien dat trots niet alleen komt van het behouden van traditie, maar ook van het ondersteunen van de mensen van wie je houdt. Hoewel ik het nog steeds moeilijk vind om de gedachte los te laten dat het bedrijf niet in de familie blijft, probeer ik nu een manier te vinden om deze nieuwe realiteit te accepteren.
Ik overweeg om het bedrijf te verkopen of misschien een bedrijfsleider aan te nemen die het in mijn naam kan voortzetten. Het voelt als een verlies, maar ook als een nieuwe kans. Misschien kan ik zelfs mijn zoon helpen bij het realiseren van zijn dromen. Wie weet? Misschien kan ik trots zijn op hem, niet omdat hij het familiebedrijf voortzet, maar omdat hij zijn eigen pad volgt.
Wat zou jij doen in mijn situatie? Zou je proberen je zoon te overtuigen, of zou je hem steunen in zijn keuze? Laat het mij weten in de reacties op Facebook.