De kosten voor het Koninklijk Huis blijven stijgen en zorgen opnieuw voor discussie. Op Prinsjesdag werd bekendgemaakt dat de begroting in 2026 voor het eerst boven de 60 miljoen euro uitkomt. Dat bedrag laat zien hoeveel geld er jaarlijks nodig is om het koningspaar, prinses Beatrix en de andere leden van de koninklijke familie te ondersteunen in hun taken en levensonderhoud.
Begroting stijgt in 2026
Uit de miljoenennota blijkt dat de uitgaven van het Rijk aan het Koninklijk Huis met bijna 1,9 miljoen euro toenemen. Daarmee komt het totale bedrag in 2026 op ruim 60 miljoen euro. Het gaat om een stijging van 3,2 procent ten opzichte van vorig jaar.
Vooral de functionele uitgaven lopen op. Deze kosten, die betrekking hebben op personeel en materieel van de Dienst Koninklijk Huis, stijgen met 1,4 miljoen euro naar een totaal van 39,8 miljoen euro. Deze dienst ondersteunt koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix bij zowel werk als privé.
Inkomen van de koning en koningin
Een kleiner, maar opvallend deel van de begroting gaat naar de inkomens van de leden van de koninklijke familie. Dit budget stijgt in 2026 met 149.000 euro en komt daarmee op bijna 12,6 miljoen euro.
Het inkomen van koning Willem-Alexander bestaat uit een feitelijk salaris van 1,2 miljoen euro. Daarnaast ontvangt hij 6,2 miljoen euro voor onkosten en direct personeel. Koningin Máxima krijgt een bedrag van 0,5 miljoen euro. Ook prinses Beatrix ontvangt een inkomen, al is dit lager dan dat van het koningspaar.
Prinses Amalia geeft inkomen terug
Prinses Amalia ontvangt officieel ook een toelage, maar zij stort het bedrag dat bestemd is voor persoonlijk inkomen terug zolang ze studeert. De prinses is deze maand gestart met een nieuwe bachelor Nederlands Recht aan de Universiteit van Amsterdam. Dit gebaar kreeg de afgelopen jaren veel publieke waardering, omdat het laat zien dat Amalia zich bewust is van de maatschappelijke discussie rondom het koninklijk salaris.
Historische stijgingen in perspectief
De begroting van het Koninklijk Huis stijgt minder hard dan in voorgaande jaren. Voor 2025 was er nog sprake van een groei van 5,4 procent. In 2023 stegen de kosten zelfs met 11 procent, de grootste stijging sinds de troonsbestijging van koning Willem-Alexander.
Dat de stijging in 2026 lager uitvalt, neemt niet weg dat de bedragen hoog blijven. De discussie over de kosten van het koningshuis blijft hierdoor actueel. Het gaat niet alleen om salarissen, maar ook om de hoge kosten voor personeel, beveiliging en onderhoud.
Nieuwe generatie zichtbaar bij Prinsjesdag
Tijdens Prinsjesdag was er dit jaar voor het eerst ook een rol weggelegd voor prinses Ariane. Haar aanwezigheid laat zien dat de nieuwe generatie steeds zichtbaarder wordt binnen het koninklijk werk. Dit sluit aan bij de verwachting dat de dochters van Willem-Alexander en Máxima geleidelijk meer taken op zich zullen nemen in de toekomst.
Blijvende aandacht voor transparantie
De jaarlijkse miljoenennota maakt keer op keer duidelijk dat de uitgaven aan het Koninklijk Huis nauwlettend in de gaten worden gehouden. Voor jou als lezer is het interessant te zien hoe deze kosten zich ontwikkelen en wat dit betekent voor de beeldvorming rondom de monarchie.
Hoewel de stijging in 2026 relatief beperkt lijkt in vergelijking met eerdere jaren, gaat het nog steeds om forse bedragen. Het is daarmee een blijvend gespreksonderwerp over de waarde, kosten en transparantie van het Nederlandse koningshuis.