Misvatting 4: Eén graad minder maakt geen verschil
Er zijn veel factoren die beïnvloeden hoeveel energie je kunt besparen door de temperatuur te verlagen, zoals isolatie, buitentemperatuur en luchtvochtigheid. Maar over het algemeen kun je voor elke graad dat je de temperatuur verlaagt, ongeveer 6% op de verwarmingskosten besparen. Als je een hal van 21°C naar 17°C verlaagt, daalt het verwarmingsverbruik met 24%.
Misvatting 5: Het huis uit, verwarming uit
Deze veelgehoorde zin kan tot misverstanden leiden. Hoewel het logisch is om de verwarming niet aan te laten als je 10 uur niet thuis bent, mag het huis niet te veel afkoelen. Dit komt door het ‘tegeleffect’. Net als tegels houdt koud metselwerk warmte vast en geeft het langzaam af. Je moet de lucht extra verwarmen om de koude van de muren te compenseren, wat meer energie kost. Bovendien, als het metselwerk te koud wordt, bestaat het risico op schimmel. Experts adviseren om de temperatuur niet onder de 15-17°C te laten komen.
Misvatting 6: Gordijnen houden de warmte binnen
In het noorden zie je zelden rolluiken. Ze kunnen echter nuttig zijn voor energiebesparing. Zware gordijnen hebben weinig effect op de warmtehuishouding. De warme lucht van de verwarming blijft achter de gordijnen hangen in plaats van de kamer in te gaan. Als een gordijn het thermostaat bedekt, wordt het misleid door de opgehoopte warme lucht, waardoor de radiator niet goed opwarmt.
Misvatting 7: Huurders mogen geen elektronische thermostaten installeren
Elektronische thermostaten besparen misschien niet zoveel als beloofd, maar ze zijn wel handig. Ze kunnen de temperatuur verhogen net voordat je opstaat of thuis komt, en beschermen tegen bevroren leidingen tijdens een lange winterreis. Veel huurders denken dat ze geen toestemming hebben om ze te installeren, maar volgens consumentenorganisaties is het geen probleem, zolang je de originele thermostaten bewaart.