Veel mensen koesteren nog altijd warme herinneringen aan de Nederlandse gulden, de valuta die vanaf de middeleeuwen tot begin deze eeuw in omloop was. Met namen als joetjes, geeltjes en meiers, die bij veel Nederlanders nog vers in het geheugen liggen, was de gulden meer dan alleen een betaalmiddel; het was een stukje cultureel erfgoed. In 2002 maakte Nederland de overstap naar de euro, een verandering die voor velen het einde van een tijdperk betekende.
Het dubbeltje en het kwartje
Op 1 januari 2002 kwam er officieel een einde aan het gebruik van de gulden. Tot 27 januari dat jaar konden mensen nog met deze munteenheid betalen. Wat volgde was een periode waarin vele Nederlanders ervoor kozen hun oude munten te bewaren. Dit deden zij niet alleen vanwege de sentimentele waarde, maar ook in de hoop dat deze munten in de toekomst meer waard zouden worden. Deze bewaarde guldens vormen een brug tussen het heden en een verleden waarin deze munten dagelijks door handen gingen.
Lees snel verder op de volgende pagina.