Een drastische omslag in het Nederlandse klimaat ligt binnen handbereik. Niet in de vorm van hitte, maar juist van bittere kou. Volgens een nieuw rapport van het KNMI, opgesteld in samenwerking met de Universiteit Utrecht, kan de vertraging of stilstand van de Golfstroom ervoor zorgen dat de winters in ons land fors kouder worden dan je nu gewend bent. In het meest extreme scenario zou zelfs de Noordzee weer kunnen bevriezen.
De Golfstroom is onderdeel van een veel grotere oceaanstroming, bekend als de Atlantische Meridionale Overturning Circulation (AMOC). Deze stroming transporteert warm water uit de tropen naar Europa en zorgt al duizenden jaren voor een relatief mild klimaat in Noordwest-Europa.
Door de opwarming van de aarde smelt het ijs op Groenland steeds sneller. Tegelijkertijd valt er in die regio meer regen. Al dat extra smeltwater en regenwater stroomt de Atlantische Oceaan in en verlaagt daar het zoutgehalte van het zeewater. Zout water is zwaarder en zinkt naar de oceaanbodem, wat de aandrijving van de AMOC vormt. Meer zoet water betekent dus een zwakkere motor en mogelijk zelfs het stilvallen van de stroming.
Wintertemperaturen kunnen juist dalen
Je zou verwachten dat opwarming overal voor hogere temperaturen zorgt, maar dat blijkt niet altijd zo te zijn. Als de Golfstroom afzwakt of stopt, keert dat effect zich om in delen van Europa. Volgens de berekeningen van het KNMI kan de gemiddelde wintertemperatuur in Nederland bij een AMOC-vertraging dalen tot drie graden onder het pre-industriële niveau.
Een stijging van de wereldtemperatuur tot 2,7 graden zou paradoxaal genoeg leiden tot extreem koude winters in ons land. Door de uitbreiding van het zee-ijs wordt meer zonlicht teruggekaatst, wat de afkoeling versterkt. Het ijs kan zich dan zelfs zuidwaarts uitbreiden tot in de Noordzee.
Noordwest-Europa als koudebuiteling in een opwarmende wereld
Terwijl de rest van de wereld steeds warmer wordt, kan Noordwest-Europa daardoor een opvallende uitzondering vormen. De koude winters zouden gepaard gaan met meer sneeuw, langere vorstperiodes en mogelijk zelfs bevroren binnenwateren. Iets wat je eerder associeert met verhalen uit de geschiedenis, dan met een toekomstbeeld.
Het KNMI wijst erop dat deze afkoeling niet betekent dat de klimaatcrisis minder ernstig is. Integendeel: het is juist een gevolg van grootschalige verstoringen in het klimaatsysteem. En die verstoringen hebben wereldwijd ingrijpende gevolgen.
Verwarming wereldwijd niet gelijk verdeeld
Afhankelijk van hoeveel broeikasgassen je de komende decennia nog uitstoot, kan de wereldwijde temperatuurstijging tegen 2100 uiteenlopen van 1,4 tot 5,8 graden. Volgens het IPCC hangt dat sterk af van de keuzes die nu worden gemaakt. In een extreem scenario, waarbij de aarde 4,7 graden warmer wordt, is de kans op stilvallen van de Golfstroom aanzienlijk groter.
Toch leidt dat niet per se tot nog koudere winters in Europa. Bij een opwarming van deze omvang is de oceaantemperatuur zo hoog dat het zee-ijs zich minder ver naar het zuiden kan uitbreiden. Daardoor zou het temperatuurverschil in Europa iets minder extreem zijn dan bij matigere opwarming, al blijven de risico’s groot.
Niet alleen kouder, ook droger en extremer
De impact van een verzwakte of gestopte AMOC reikt verder dan kou alleen. Het KNMI waarschuwt ook voor andere gevolgen, zoals meer droogte in delen van Europa, een versnelde zeespiegelstijging en sterkere klimaatverschillen tussen Noord- en Zuid-Europa. Die drukverschillen kunnen weer leiden tot een toename van stormen.
Het weer in Europa zou dus niet alleen kouder worden, maar ook onvoorspelbaarder en gevaarlijker. Schade aan infrastructuur, landbouw en ecosystemen ligt dan op de loer, en ook het dagelijks leven wordt ontregeld.
Een toekomst die je nu nog kunt beïnvloeden
Hoewel de voorspellingen van het KNMI alarmerend zijn, is het nog niet te laat om in te grijpen. De mate waarin de Golfstroom vertraagt of stilvalt hangt sterk af van hoeveel CO₂ en andere broeikasgassen je blijft uitstoten. Elke tiende graad minder opwarming maakt verschil.
Het rapport benadrukt dat mondiale samenwerking en lokaal beleid beide essentieel zijn om dit scenario te vermijden. Zonder actie riskeer je niet alleen warmere zomers, maar ook winters die je eerder aan Siberië doen denken dan aan Nederland.