Sinds september krijgen huurders in Utrecht een verhuissubsidie van 5000 euro wanneer zij hun grote sociale huurwoning inruilen voor een kleinere woning. Dit initiatief is niet uniek voor Utrecht; steeds meer gemeenten en provincies in Nederland volgen dit voorbeeld. Deze regelingen hebben als doel de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen, waardoor meer woningen beschikbaar komen voor andere woningzoekenden.
Onder verschillende namen, zoals verhuispremie, doorstroomsubsidie of ‘Van Groot Naar Beter’, experimenteren overheidsinstanties met financiĆ«le prikkels om de doorstroom op de huurwoningmarkt te verbeteren. De gemeente Utrecht kondigde onlangs aan 250.000 euro vrij te maken voor een ‘verhuiskostenpremie’. Dit bedrag moet voldoende zijn om meer dan 80 huishoudens een bedrag van 3000 tot 5000 euro te geven als zij hun grote huurwoning verruilen voor een kleiner appartement.
Niet alleen Utrecht zet deze maatregel in, maar ook steden als Den Haag en Zaanstad, de provincie Gelderland en de stad Amsterdam bieden vergelijkbare subsidies aan. In Amsterdam kan een huurder die een woning met zeven kamers of meer achterlaat een bedrag van 6200 euro ontvangen als stimulans. Voor een vierkamerwoning geldt een bedrag van 4000 euro. Vorig jaar maakten in Amsterdam 152 mensen gebruik van deze regeling, wat resulteerde in een veelvoud aan beschikbare ruimere huurwoningen.
De effectiviteit van deze doorstroomsubsidies is significant. De provincie Gelderland biedt bijvoorbeeld senioren van 55 jaar en ouder een bedrag van 2000 euro als zij een woning met ten minste drie slaapkamers inruilen voor een kleinere woning. In Zaanstad ontvangen 65-plussers een subsidie van 1000 euro wanneer zij een huurwoning met meerdere verdiepingen verruilen voor een seniorenappartement. De logica achter deze regelingen is dat het accepteren van een kleinere woning door een doorstromer de oude, grotere woning beschikbaar maakt voor andere woningzoekenden. Als ook deze nieuwe huurders doorstromers zijn, ontstaat er een kettingreactie van verhuizingen.
In Amersfoort bleek uit een evaluatie van de verhuissubsidie dat een experiment met de doorstroomsubsidie leidde tot 100 extra verhuizingen, naast de 75 mensen die direct gebruik maakten van de regeling. Dit resultaat benadrukt het potentieel van dergelijke subsidies om de woningmarkt te ontlasten en meer woningen beschikbaar te maken.
Gelderland heeft bijzonder succes geboekt met deze aanpak. Sinds de start van de regeling in 2022 hebben 840 mensen gebruik gemaakt van de subsidie, wat heeft geleid tot het vrijkomen van 1680 woningen voor nieuwe huurders. Dit succes is mede te danken aan de inzet van zes verhuiscoaches die de subsidie actief onder de aandacht brengen bij de doelgroep.
Perry Hoetjes, onderzoeker bij onderzoeksbureau RIGO, pleit voor een intensievere inzet van deze subsidies. Hij benadrukt het belang van het ondersteunen van ‘empty nesters’āmensen wiens kinderen het huis uit zijn en daardoor kamers over hebben in hun huidige woning. Wanneer deze groep besluit kleiner te gaan wonen, komen er snel veel woningen vrij voor gezinnen die meer ruimte nodig hebben, zonder dat er grootschalige nieuwbouwprojecten nodig zijn.
Volgens Hoetjes zijn de potentie en het effect van deze subsidies enorm: “Circa 2 miljoen 55-plussers wonen in een eensgezins-koopwoning, en 700.000 van hen in een eensgezins-huurwoning. Er hoeft maar een heel klein deel van deze doelgroep verleid te worden om een groot effect te hebben op de woningmarkt.” Het idee is dat als slechts een fractie van deze mensen besluit te verhuizen naar een kleinere woning, dit een aanzienlijke impact kan hebben op de beschikbaarheid van gezinswoningen.
Kortom, doorstromingssubsidies bieden een effectieve oplossing om de krapte op de woningmarkt aan te pakken. Door het stimuleren van verhuizingen van grotere naar kleinere woningen, kunnen gemeenten en provincies niet alleen meer woningen beschikbaar maken voor woningzoekenden, maar ook bijdragen aan een efficiĆ«nter gebruik van de bestaande woningvoorraad. Het succes in steden als Utrecht en provincies zoals Gelderland toont aan dat deze aanpak werkt en wellicht op grotere schaal geĆÆmplementeerd kan worden om de woningmarkt in heel Nederland te verbeteren.