Ik stond versteld. Tijdens mijn studie moest ik van bank naar bank hoppen en bedelen om geld. Ik kon mijn studie niet afmaken en keerde terug naar mijn geboorteplaats, waar ik zelfs op straat belandde, soms slapend in winkelcentra of bij vrienden. Mijn werk dekte nauwelijks mijn basisbehoeften.
Jaren later, toen ik mijn leven weer op orde had en een zoon had, ontdekte ik via sociale media hoe mijn broers genoten van luxe: reizen, nieuwe auto’s, eigendommen wereldwijd. Samen met een vriend die advocaat is, kwam ik tot de ontdekking dat ze de eigendommen die mijn vader voor mij had achtergelaten, hadden verkocht. Er was nooit sprake geweest van schulden. Nu, werkend in een winkel voor het minimumloon, kan ik mijn broers niet vergeven. Elke dag word ik wakker met een diepe haat jegens hen en dromen over wraak. Ik kan en wil niet verder. Hoe ga je om met zulk verraad en pijn?